“Ik ben bang voor mensen”. Verbaasd kijk ik haar aan. “Jij”? ” Ja, je zou het niet zeggen met mijn baan midden tussen de mensen, maar eigenlijk ben ik bang voor mensen. Ik ben altijd bang, bang dat ik het niet goed doe, bang dat ik tegenval, bang voor mijn verwachtingen. Eigenlijk ben ik altijd wel een beetje bang”. En terwijl ze dit zegt speelt zij een beetje achteloos met het bierviltje op onze tafel.
Die paar korte zinnen hebben alles blootgelegd en ik kijk naar haar. Een mooie dame, welbespraakt, galant en getalenteerd. Het maakt haar niets uit. Zij ziet zichzelf niet zoals ik haar zie. Voor haar is de buitenkant slechts een weerspiegeling van haar dna. Zij voelt haar angsten en ieder contact is spannend voor haar. Haar binnenste zegt iets anders dan haar buitenkant. “Ik doe wat er van mij verwacht wordt en ik doe wel wat ik leuk vindt, maar…ik zou zo graag niet langer bang willen zijn” “Die angst om tegen te vallen is dodelijk”. Terwijl zij dit zegt realiseer ik mij dat de meeste van ons bang zijn. De angst met de vele gezichten is massaal aanwezig. Die universele angsten die wij allemaal delen, maar zelden zo open uitspreken. Die verlammende angst die ervoor zorgt dat we bang zijn om in de stroom van het leven te duiken. De hang naar de controle is groot.
“Ik spreek mij vaak niet uit, bang voor de reacties van anderen”. En terwijl ik naar haar kijk, naar deze mooie vrouw, weet ik het hoe belangrijk het is jezelf te mogen zijn; van anderen, maar bovenal van jezelf.